donderdag 28 december 2023

Die toga past ons allemaal?

De academische promotie, volgend op de succesvolle verdediging van een proefschrift, is een serieuze aangelegenheid. De procedure eraan voorafgaand is dan ook navenant kritisch: ‘peer review’ in optima forma, waarbij onafhankelijke experts een cruciale rol spelen als leden van de promotiecommissie. Pas na goedkeuring van het manuscript door (co-)promotor en andere leden wordt de kandidaat toegelaten tot de promotie, die plaatsvindt onder formele verantwoordelijkheid van de rector magnificus.

De plechtigheid zelf heeft iets archaïsch, hetgeen benadrukt wordt door de toga’s waarin de hoogleraren verschijnen. Al eeuwenlang dezelfde, met mouwen die kunnen worden opgestroopt zodat de chirurgijnen van weleer er hun werk in konden doen. De plechtigheid heeft ook iets van een toneelstuk, met ongeoefende acteurs, en verloopt de ene keer beter dan de andere. Dat is geen probleem: de verlening van de doctorstitel berust nog altijd op een gedegen toetsing van de wetenschappelijke kwaliteit van het werk van de kandidaat.

De Universiteit van Amsterdam heeft besloten dat alle leden van de oppositiecommissie voortaan een toga mogen (moeten?) dragen. Een kledingvoorschrift voor onder de toga bestaat trouwens niet, Nikes, versleten spijkerbroeken en slobbertruien zijn vaak zichtbaar onder de openvallende toga’s, dus erg onderscheidend zijn deze toch al niet. Maar door elk onderscheid in de universitaire rangen (en daarmee samenhangende verantwoordelijkheden) geforceerd uit te wissen, wordt geen enkel doel gediend.

Om de beslissing te relativeren laat de universiteit overigens weten: ‘De uitbreiding van het toga-privilege heeft uitsluitend betrekking op de promotieplechtigheden aan de UvA, niet op andere academische plechtigheden zoals oraties, afscheidscolleges en de Dies Natalis. Bij die gelegenheden blijft het dragen van de toga voorbehouden aan de hoogleraren.’

Tja.